Classificatoren van de Amerikaanse Gebarentaal (ASL) laten zien waar iemand of iets beweegt, waar het is en hoe het eruitziet (bijvoorbeeld grootte en vorm). In gebarentaal dient een ASL-classificator hetzelfde doel als een voornaamwoord in het Engels. Eerst moet het woord worden gebruikt, dan kan de ASL-classificator worden gebruikt om het woord te representeren.
Inhoudsopgave
Voorbeelden
Er zijn veel ASL-classificatoren, met handvormen die getallen en letters voorstellen. Classificatoren worden aangeduid als “CL” gevolgd door de classificator, zoals “CL:F.” Eén set classificatoren is het gebruik van de getallen één tot en met vijf. Een andere set classificatoren gebruikt de letters en lettercombinaties A, B, C, F, G, ILY(Y), L, O, S, U en V. Als voorbeeld kan de “1” ASL-classificator mensen voorstellen die lopen. In een ander voorbeeld kan de “A”-classificator een huis voorstellen.
ASL-classificatoren zijn een belangrijk onderdeel van het leren van gebarentaal, vooral voor mensen die leren om tolk te worden voor doven en slechthorenden. Studenten die gebarentaal leren, plaatsen hun ASL-classificatoropdrachten vaak op YouTube.
Onderzoek
Het Journal of Deaf Studies and Deaf Education heeft verschillende artikelen gepubliceerd over ASL-classificatoren. In een voorbeeld, in het artikel “The Acquisition of Spatial Constructions in American Sign Language and English”, onderzochten onderzoekers het leren van ruimtelijke relaties zoals het concept “front”. De studie omvatte zowel kinderen als volwassenen, zowel Engelstalige gebruikers als ASL-gebruikers, en proefpersonen werden getest met plaatjes en gebarentaal (voor ASL-gebruikers).
Uit de onderzoeksresultaten bleek dat kinderen concepten als boven en onder snel leren omdat er geen sprake is van perspectiefverschuiving (d.w.z. er is geen noodzaak om de werkelijke locatie mentaal voor te stellen). Begrippen als “voor” en “achter” duren echter langer om te leren omdat ze wel perspectiefverschuivingen inhouden. Dit bleek waar te zijn voor zowel ASL- als Engelse gebruikers, maar het duurde langer voor ASL-gebruikers. Volgens de auteurs van de studie kan dit komen doordat het voor jonge kinderen moeilijk is om mentale perspectieven (rotaties genoemd) te verwerven. Bovendien begrepen jonge dove kinderen in de studie relaties met mensenclassificatoren beter dan met dieren- of voertuigclassificatoren.